In Finland versloeg de Linkse Alliantie onlangs extreemrechts

Bij de verkiezingen in Europa boekten anti-immigratiepartijen winst – maar in Finland brak de Linkse Alliantie door, met 17 procent van de stemmen. Haar leider, Li Andersson, vertelt Jacobin waarom ze het zo goed deden en hoe ze extreemrechts versloegen.

De verkiezingen voor het Europees Parlement tussen 6 en 9 juni zagen anti-immigratiekrachten in een groot deel van de EU oprukken. Extreemrechtse partijen controleren nu samen ongeveer een kwart van alle zetels, inclusief partijen met neonazistische connecties zoals Alternative für Deutschland (AfD) in Duitsland en het Nationale Volksfront (ELAM) in Cyprus.

Over het algemeen heeft Noord-Europa deze grimmige trend omgebogen – en het nieuws uit Finland was bijzonder goed. Terwijl de extreemrechtse Finnenpartij het afgelopen jaar deel uitmaakte van de regering, was de grote winnaar bij de stemming van 6 juni aan de andere kant van het politieke spectrum. De socialistische Linkse Alliantie won 17,3 procent van de stemmen en krijgt drie leden in het Europees Parlement. Daarmee eindigde ze op de tweede plaats achter de centrumrechtse Nationale Coalitie. De Finnenpartij verloor een zetel, met een verlies van 13,8 naar 7,6 procent.

Aan het hoofd van de Linkse Alliantie stond partijleider Li Andersson, die persoonlijk 247.600 stemmen kreeg – één op de zeven stemmen in Finland. Het zijn de meeste stemmen die een Finse parlementskandidaat ooit heeft gekregen – en de beste stemming voor uiterst links in Finland sinds 1979. Misschien niet verrassend voor een linkse kandidaat: ze verwierp resoluut de voortdurende aanvallen op arbeiders en immigranten in Finland en in heel Europa. Maar haar succesvolle campagne riep ook op tot sancties tegen Israël vanwege de oorlog tegen Gaza, tot het beperken van kernwapens en tot nuance in internationale betrekkingen. Ondanks het feit dat ze oproepen deed die de rechtse pers woedend maakten – zoals het toestaan aan linkse parlementsleden om vrij te stemmen in het parlement over de vraag of Finland lid moet worden van de NAVO – is 25 procent van alle Finse kiezers haar gaan beschouwen als de meest competente partijleider van het land.

Chris Dite van Jacobin sprak met Li Andersson over de uitdaging van de Linkse Alliantie aan extreemrechts, de oorlogsdreiging en het opbouwen van een internationaal links alternatief.

Veel mensen in Europa zullen jaloers kijken naar jullie resultaten. Hoe hebben jullie het gedaan?

Er waren heel goede resultaten voor alle rood-groene partijen in Finland, Denemarken en Zweden. Er is veel werk verricht in de Scandinavische landen om moderne partijen te creëren en op te bouwen die een ambitieus milieu- en klimaatbeleid combineren met de traditionele thema's van links: werknemersrechten, investeringen in sociale voorzieningen, gelijke inkomensverdeling, enzovoort. Je kunt echt zien dat links aan het veranderen is. Deze partijen ontpoppen zich als echte machtsspelers en zijn niet slechts ondersteunende partijen van de sociaaldemocraten. In zowel Finland als Denemarken kregen de rood-groene partijen meer stemmen dan de traditionele sociaal-democratische partijen. Dat toont aan dat ze voor veel kiezers een soort 'eerste alternatief' aan het worden zijn op links.

Het aantal stemmen voor extreemrechts in Finland is ingestort bij deze verkiezingen. Straffen de kiezers de Finnenpartij voor hun bezuinigingsmaatregelen toen ze aan de macht waren?

Extreemrechtse partijen zijn momenteel aan de macht in Finland en Zweden, werken samen met traditioneel rechts en beïnvloeden de politiek. De kiezers hebben gezien wat ze doen als ze aan de macht komen. In Finland hebben ze bijna alle verkiezingsbeloften waar ze campagne op voerden, gebroken . Hun economische beleid is precies hetzelfde of zelfs slechter dan dat van de traditionele rechtse partijen. We hebben historische bezuinigingen gezien op de lage inkomens en sociale zekerheid en historische aanvallen op vakbonden en werknemersrechten.

Tijdens onze hele campagne was onze boodschap dat we ervoor moesten zorgen dat een dergelijke politieke verschuiving niet op Europees niveau zou plaatsvinden. En omdat de kiezers weten wat het betekent als extreemrechts en traditioneel-rechts samenwerken, hebben ze extreemrechts in de steek gelaten. De Finnenpartij had heel slechte verkiezingen en de Zweden-democraten verloren ook dik.

Sommige van de partijen waarmee je te maken krijgt in het Europees Parlement hebben hun neonazistische connecties nauwelijks verborgen gehouden. Heeft je ervaring met de Finnenpartij je hierop voorbereid? Wat is de beste manier om de aantrekkingskracht van extreemrechts tegen te gaan?

Deze partijen noemen zichzelf misschien 'nationalistisch', maar de Finse ervaring leert dat het aan de macht komen van extreemrechts vreselijke gevolgen heeft voor gewone mensen. De Finnenpartij heeft alle gewone mensen die op hen hebben gestemd verraden, bij elke kwestie die te maken heeft met hun rechten en hun dagelijks leven. In de regering was migratie de enige kwestie waar de Finnenpartij om gaf toen ze onderhandelden met hun coalitiepartners. Ze wilden het al heel restrictieve migratiebeleid van Finland nog restrictiever maken. En ze waren bereid om al het andere te verraden: arbeiders, mensen met een laag inkomen, mensen die sociale voorzieningen en gezondheidszorg nodig hebben. Een belangrijk onderdeel van de strategie om extreemrechts tegen te gaan, is het aan de orde stellen van deze Finse ervaring.

Extreemrechts heeft veel baat bij cynisme over de toekomst. Ze slepen de politieke sfeer in een richting waar het zo verschrikkelijk is dat veel mensen niet meer de politiek in willen. Het heeft een negatief, echt effect op de democratie, vooral voor mensen uit minderheidsgroepen. En dus is mijn andere ervaring met de verkiezingsuitslag in de Scandinavische landen dat we, om extreemrechts tegen te gaan, een rood-groene politiek nodig hebben die hoop creëert. We moeten de mensen laten zien dat we in staat zijn om te reageren op de grote ecologische crisis die de toekomst van ons allemaal beïnvloedt, dat we die race niet verloren hebben, dat er een mogelijkheid is om de situatie te veranderen.

Het andere cruciale punt is het 'rode' deel. Op Europees en nationaal niveau kunnen we brandstof onttrekken aan de extreemrechtse partijen door sociale kwesties serieus te nemen en een progressieve agenda aan te nemen om de kosten van levensonderhoud, huisvesting, werknemersrechten, sociale voorzieningen en gezondheidszorg aan te pakken. We moeten laten zien dat als links aan de macht is, we veranderingen kunnen doorvoeren die het dagelijks leven van gewone mensen beïnvloeden.

Jongeren die zich in Finland organiseren tegen de oorlog in Gaza hebben onlangs een aantal van hun eisen binnengehaald. De Linkse Alliantie heeft zich consequent uitgesproken tegen de oorlog in Gaza. Denk je dat de jongere generatie het bredere debat over Palestina aan het veranderen is?

Dat denk ik absoluut. Voor veel jongere kiezers in Finland is Gaza één van de belangrijkste kwesties. Voor zover ik heb begrepen, geldt dat ook voor de andere Scandinavische landen. Veel jongeren zijn geschokt door het feit dat de wereld niet in staat is een einde te maken aan het menselijk lijden op de schaal die we in Gaza hebben gezien. Voor veel jongeren is de dubbele standaard onbegrijpelijk.

De Linkse Alliantie heeft veel gesproken over de gevolgen die dat zal hebben voor het zogenaamde 'Westerse blok' in hun relaties met het Zuiden en de rest van de wereld. Het is zo'n onlogische manier van handelen: eerst eisen dat iedereen aan boord springt om Rusland te veroordelen, maar vervolgens weigeren hetzelfde te doen als het om Israël gaat. Net zoals we allemaal de illegale invasie van Rusland in Oekraïne zouden moeten veroordelen, zouden we ook de acties van Israël in Gaza moeten kunnen veroordelen, die ook in flagrante strijd zijn met het internationaal recht. De Linkse Alliantie heeft opgeroepen tot sancties tegen Israël, en ook tot het bevriezen van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Israël als een manier om druk uit te oefenen op Israël om te stoppen.

Tijdens je campagne pleitte je voor een hernieuwde discussie over kernwapens in Finland. Vorig jaar liet je als partijleider je parlementsleden vrij stemmen over de kwestie van het NAVO-lidmaatschap. Wat zijn enkele van de complexiteiten in het Finse debat over oorlog en vrede in Europa?

Voor de mensen in Finland, op de plek waar het land zich bevindt, is oorlog en vrede niet iets theoretisch. Oorlog is iets waar mensen in alle families een paar generaties terug echte ervaringen mee hebben. We hebben ook een dienstplicht, wat betekent dat gewone burgers in militaire dienst gaan. Ze weten dat als er oorlog zou uitbrekeniedereen betrokken zou worden. Het is niet zoals in de VS, waar meestal alleen de arbeidersklasse de prijs betaalt.

Om die redenen is het veiligheidsbeleid iets waar veel Finse kiezers bij betrokken zijn. Je kunt het zien aan de manier waarop Finland Oekraïne steunt: veel Finnen herkennen zich in hun situatie op basis van onze eigen historische ervaringen. Je ziet het ook aan de veranderde houding ten opzichte van het NAVO-lidmaatschap. Voor de Finnen werd het echt duidelijk dat onze buurman bereid was om een grootschalige invasie van een ander onafhankelijk land te beginnen. De gedeelde mening was dat we deel moeten uitmaken van iets dat groter is dan wij, om de kans te verkleinen dat dat ooit met ons eigen land gebeurt. Dat was wat veel linkse kiezers hun houding tegenover het NAVO-lidmaatschap deed veranderen. Ik had graag gezien dat er voor Finland een Europese optie was om die veiligheidsgarantie te krijgen, maar die was er echt niet.

Tegelijkertijd is er ook sterke publieke steun voor de voortdurende afwijzing van kernwapens. De huidige Finse wet verbiedt de invoer en opslag van kernwapens op Fins grondgebied. Die wet niet veranderen blijft onze partijlijn. Wat betreft de beslissing om een vrije stemming over het NAVO-lidmaatschap toe te staan: we zagen hoe verdeeld de meningen waren binnen zowel de partij, de parlementaire fractie als onze kiezersbasis. Als de meningen binnen de partij echt verdeeld zijn, is het soms beter leiderschap om een sfeer te creëren waarin je het constructief oneens kunt zijn, in plaats van iedereen te dwingen unaniem te stemmen.

Je bent momenteel de populairste politicus in Finland, maar je hebt het leiderschap van de partij neergelegd om je rol in het Europees Parlement op te nemen. Brengt dat de Linkse Alliantie in een lastige positie wat betreft de komende gemeenteraadsverkiezingen?

Nee, ik denk het niet. Het is goed om van leiderschap te veranderen als de partij er goed voor staat. Het is altijd erger als je moet vertrekken omdat er een crisis is geweest, of omdat je een verkiezing hebt verloren of iets dergelijks. Het ledental van de Linkse Alliantie is hoger dan het in vijftien jaar is geweest en sinds de verkiezingsdag zijn er veel nieuwe leden bijgekomen. In de nationale peilingen staan we consequent hoger dan bij de laatste parlementsverkiezingen. We hebben veel heel goede nieuwe parlementariërs, maar we hebben ook ervaren parlementariërs die er voor hun derde of vierde termijn zitten.

We hebben onze steun op dit hogere niveau kunnen handhaven en nu krijgen we drie leden in het Europees Parlement. We hebben de kans om deel te nemen aan de debatten op Europees niveau, op een veel bredere schaal dan we tot nu toe hebben gehad. Natuurlijk kunnen we die invloed en middelen ook op nationaal niveau in Finland gebruiken. Dat alles geeft ons een goede uitgangspositie voor de toekomst.

Dit artikel stond op Jacobin. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.